Identiteit is een breed begrip. Het verwijst naar hoe een persoon zichzelf ziet, begrijpt en presenteert aan anderen. Identiteit omvat de unieke kenmerken, eigenschappen, overtuigingen, waarden en gedragingen die een individu definiëren en onderscheiden van anderen. Het is een dynamisch proces dat zich continu ontwikkelt en verandert gedurende iemands hele leven. Je identiteit kan beïnvloed worden door verschillende factoren en kan onderverdeeld worden in verschillende vormen. De persoonlijke identiteit omvat de manier waarop een individu zich definieert door persoonlijke eigenschappen, zoals interesses, persoonlijkheid en alles wat iemand heeft meegemaakt in zijn/haar leven. De sociale identiteit legt de focus op de relatie en interactie met anderen en het belang om tot een bepaalde groep te horen, zoals een vriendengroep, sportvereniging en familie. Een onderdeel van de sociale identiteit is de culturele identiteit. Dit heeft betrekking op de specifieke cultuur waar een individu zich mee kan identificeren.
De cultuur waarin je bent opgegroeid speelt een onmisbare rol bij de ontwikkeling van je identiteit. Cultuur kan omschreven worden als: alle waarden, normen, opvattingen en andere aangeleerde gedragingen die leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. De cultuur kan zowel een gevoel van verbondenheid en trots als uitdagingen met zich meebrengen, vooral wanneer meerdere culturen samenleven of wanneer de cultuur haaks staat tegenover religie. Doordat je je vanaf jongs af aan al in een omgeving bevindt die bepaalde zaken als vanzelfsprekend beschouwt, kan het lastig zijn om hier kritisch naar te kijken. Is hetgeen wat ons als normaal is aangeleerd wel het juiste om te doen? Een bekend voorbeeld hiervan is het verschil in opvoeding tussen jongens en meisjes. In bepaalde culturele groepen is er een verschil te zien tussen de opvoeding van jongens en meisjes. Hierbij worden meisjes vanaf jongs af aan al de verantwoordelijkheid opgelegd om veel huishoudelijke taken op te pakken, terwijl de jongens vrijwel niets hoeven bij te dragen hieraan. In sommige gevallen wordt het zelfs als ‘schande’ gezien als een man meehelpt in het huishouden. Als we deze gedachte met de Islamitische visie vergelijken, zien we juist een ander beeld. Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn) werd gevraagd wat de Profeet (vzmh) in huis deed. Ze antwoordde: “Hij was gewend te helpen in het huis en als de tijd voor het gebed aanbrak, ging hij weg om te bidden” (overgeleverd in Sahih Bukharie). Als moslims dienen wij te streven naar het goede en hierin onze Profeet (v.z.m.h) als voorbeeld te zien in zijn daden en karaktereigenschappen.
De bovenstaande factoren hebben weer een invloed op je referentiekader; oftewel de bril waarmee je naar de wereld kijkt. Hierbij kun je denken aan wat je ziet als ‘normaal’ en ‘abnormaal’ of hoe je tegen bepaalde zaken aankijkt. Het is daarom voor ons, als moslims, van belang om de ontwikkeling van onze Islamitische identiteit te prioritiseren. De religieuze identiteitsontwikkeling heeft niet alleen betrekking op de geloofsovertuiging, maar ook op het innemen van een positie en verbindingen aangaan binnen de geloofsgemeenschap.
Zolang de cultuur niet in strijd is met het geloof is er niets aan de hand, maar wanneer dit wel het geval is dienen wij dit uiteraard te veranderen. In eerste instantie door ten alle tijden een kritische en onderzoekende houding te hebben, zodat je bewust wordt van onbewuste gewoontes en gedragingen. De culturele invloeden worden generatie op generatie doorgegeven. Gedragingen die al jarenlang in iemands systeem zitten, kunnen moeilijk veranderen. Het bereikt een punt dat je dit onbewust al toepast in je leven, zonder erbij stil te staan of dit wel gepast is. Het is bijvoorbeeld tegenwoordig in sommige islamitische culturen de norm geworden om een gemengde bruiloft te geven. Een ander voorbeeld is het geven van een hand aan mannelijke (niet-mahram) familieleden als een teken van respect.
Een ander punt is het durven afzetten tegen de meerderheid. Net zoals dat je sterk moet staan in je Islamitische identiteit jegens niet-moslims, dien je ook kritisch te staan jegens de cultuur waarin je bent opgegroeid. In sommige culturen is het bijvoorbeeld tot de dag van vandaag nog een taboe om een huwelijk aan te gaan met iemand die een andere cultuur, afkomst of ras heeft. Dit is in strijd met hetgeen wat onze profeet (vzmh) heeft geleerd. “O mensen! Waarlijk jullie Heer is Eén en jullie vader (Adam) is één. Een Arabier is niet beter dan een niet-Arabier en een niet-Arabier is niet beter dan een Arabier; een blanke is niet beter dan een donkere en een donkere is niet beter dan een blanke – behalve in termen van vroomheid en goede daden.” Deze hadith is overgeleverd van de Profeet (v.z.m.h) door Abu Nadrah (moge Allah tevreden met hem zijn).
Het is dan ook van belang om als ouders bewust te zijn wat je uitstraalt in de opvoeding. Leer je kinderen dat het allerbelangrijkste is om te streven naar de tevredenheid van Allah. Dit kan alleen als je als ouder ook de tevredenheid van Allah op de eerste plek zet en dit uitstraalt in je daden. Sta open voor feedback en ga actief op zoek naar correcte kennis over de Islam.
De culturele factoren kunnen uiteraard ook een positieve invloed hebben op de identiteitsontwikkeling. Naast een gevoel van verbondenheid geeft het ook houvast om bij een groep aan te sluiten. Dit maakt het innemen van een positie en verbindingen aangaan een stuk makkelijker. Sluit aan bij de plaatselijke moskee en maak er een gewoonte van om regelmatig langs te gaan. Omring jezelf met mensen die ook naar de tevredenheid van Allah streven. De Profeet (v.z.m.h). heeft gezegd, overgeleverd door Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn): “Een man volgt de weg van zijn vrienden, dus laat een ieder van jullie opletten wie hij als vriend neemt.”